Minor Filosofie Wereldreligies Spiritualiteit
Belang van deze minor voor mijn motivatie en professionele ontwikkeling
Deze minor gaf mij de ruimte om te leren met hoofd, hart en handen. Ik leerde niet alleen cognitief, maar ook lichamelijk en spiritueel onderwijzen. Mijn passie voor dans, muziek en taal kon ik integreren in mijn pedagogisch handelen. De minor bracht verdieping in mijn motivatie om docent te zijn: een rol waarin ik niet alleen kennis overdraag, maar ook bijdraag aan het welzijn, de ontwikkeling en de zingeving van mijn leerlingen.
Portfolio (20 EC)
Het portfolio vormt het hart van mijn leerproces binnen de minor Filosofie, Wereldreligies en Spiritualiteit. Hierin toon ik mijn ontwikkeling aan op basis van de zeven competenties, met rijke reflecties, praktijksituaties, begeleidingsmomenten, gesprekken, opdrachten, evaluaties en persoonlijke observaties. Het portfolio is voor mij niet slechts een verslag van theorie, maar een intiem document van groei: hoe ik mijn persoonlijke, professionele en spirituele ontwikkeling verweef.
Ik maak hierin zichtbaar hoe ik inzichten uit filosofie, spiritualiteit, religie, ethiek, psychologie en antropologie toepas in de praktijk — zowel in het onderwijs als daarbuiten. Denk aan mijn werk met internationale studenten, mijn betrokkenheid bij het project voor alleenstaande Latijns-Amerikaanse moeders, mijn danslessen en mijn sociale initiatieven. Ik laat zien dat ik kan schakelen tussen verschillende rollen: als docent, begeleider, burger, en als mens met intuïtie, kracht en kwetsbaarheid.
Spirituele Vraag – TSV (5 EC)
Mijn spirituele vraag luidde:
"Hoe laat mijn lichaam merken dat ik te veel geef en te weinig voor mezelf zorg — en luister ik daar echt naar?"
Deze vraag vormde de leidraad van een innerlijke zoektocht die ik met aandacht, moed en openheid ben aangegaan. De TSV gaf mij de kans om mijn eigen lichamelijke, emotionele en spirituele signalen beter te leren verstaan. Vanuit eerdere ervaringen — zoals mijn lichamelijke beperkingen na een operatie en het zien van de godin Durga tijdens een reinigingsritueel op Bali — begon een proces van diepe introspectie.
Tijdens de minor verdiepte ik deze vraag in reflecties, rituelen, gesprekken (zoals met docent Radha), meditatie, dans, het bezoek aan een hindoetempel, en het creëren van betekenisvolle rituelen. Ik leerde dat mijn lichaam mij al lang signalen gaf, maar dat ik mezelf nooit toestond echt te luisteren.
Deze spirituele ontdekkingstocht gaf mij niet alleen persoonlijke inzichten, maar beïnvloedde ook hoe ik in mijn werk aanwezig ben: met meer zelfcompassie, zachtheid, ruimte voor stilte en aandacht voor balans tussen geven en ontvangen.
Filosofisch Essay (5 EC)
In mijn filosofisch essay onderzocht ik de vraag:
"Is geluk een emotionele toestand, een levensstijl of een doel?"
Dit essay is voor mij een prachtig voorbeeld van hoe ik persoonlijke ervaringen en academische bronnen heb geïntegreerd. Ik verweefde mijn eigen zoektocht naar balans, zingeving en geluk met klassieke en hedendaagse filosofen zoals Aristoteles, Kant, Boeddha en Epicurus. Ik onderzocht verschillende perspectieven op geluk: als deugdzaam leven, als streven naar innerlijke rust, als culturele constructie, of als spirituele aanwezigheid.
Het essay liet zien dat ik filosofisch kan denken én voelen: ik analyseerde scherp, maar verloor de menselijke dimensie niet uit het oog. Ik durfde persoonlijke vragen te stellen aan de filosofie, en filosofische inzichten toe te passen op mijn eigen leven en werk als docent. Het essay werd voor mij een oefening in normatief professioneel handelen — keuzes maken vanuit waarden en bewustzijn, ook binnen het onderwijs.
Waarom heeft deze minor mij geholpen een betere docent te worden?
Deze minor heeft mij geholpen om:
Mijzelf als bron van inspiratie, verbinding en reflectie te leren inzetten.
Kwetsbaarheid en kracht in balans te brengen, zowel in het klaslokaal als daarbuiten.
Filosofie en spiritualiteit concreet te vertalen naar het onderwijs, zodat ik leerlingen help niet alleen te leren, maar ook te worden.
Aandacht te geven aan culturele en sociale verschillen in mijn klas, en daar met respect en bewustzijn op in te spelen.
Vanuit een ethisch en normatief bewustzijn te handelen, met oog voor rechtvaardigheid, inclusie en menselijke waardigheid.
Conclusie
De minor Filosofie, Wereldreligies en Spiritualiteit was voor mij geen gewoon studieonderdeel, maar een transformatief proces. Ik heb mezelf beter leren kennen, ik heb me verbonden met anderen, en ik heb geleerd hoe ik met hoofd, hart en handen kan onderwijzen. Deze minor gaf mij de tools én de taal om mijn professionele identiteit op een betekenisvolle manier vorm te geven — als docent die niet alleen lesgeeft, maar ook begeleidt, verbindt en inspireert in een veranderende samenleving.

Versterking van mijn lerarenrollen door de minor Filosofie, Wereldreligies en Spiritualiteit
Tijdens deze minor heb ik op een diepgaande manier gewerkt aan de ontwikkeling van mijn professionele identiteit. De inzichten en ervaringen die ik heb opgedaan, hebben niet alleen mijn kennis verrijkt, maar vooral de verschillende rollen die ik als leraar vervul versterkt en verdiept. Ik neem hieronder de belangrijkste rollen onder de loep, zoals vaak onderscheiden binnen het leraarschap:
1. De leraar als pedagoog
Door deze minor ben ik me bewuster geworden van mijn rol in de morele en spirituele ontwikkeling van mijn leerlingen. Ik leerde hoe belangrijk het is om ruimte te maken voor vragen over zingeving, balans en zelfzorg — niet alleen bij mezelf, maar ook in de begeleiding van studenten. Mijn spirituele vraag ("Hoe laat mijn lichaam merken dat ik te veel geef en te weinig voor mezelf zorg — en luister ik daar echt naar?") hielp mij om empathischer en zorgzamer aanwezig te zijn. Ik ben als pedagoog gegroeid in het bieden van veiligheid, erkenning en aandacht voor de mens achter de leerling.
2. De leraar als didacticus
De minor gaf me handvatten om complexe thema's als religie, filosofie en spiritualiteit op een toegankelijke en betekenisvolle manier te integreren in mijn lessen. Door mijn eigen zoektocht heb ik geleerd hoe belangrijk het is om onderwijs te verbinden met het leven zelf — met vragen die leerlingen écht bezighouden. Ik experimenteer nu meer met kunstzinnige en reflectieve werkvormen (zoals dans, muziek en beeld) om de leerstof niet alleen cognitief, maar ook lichamelijk en emotioneel aan te bieden.
3. De leraar als begeleider
Mijn vermogen om studenten persoonlijk en ethisch te begeleiden is sterk toegenomen. Tijdens de minor heb ik verschillende gesprekken gevoerd met studenten die worstelden met motivatie, verlies of eenzaamheid. In deze gesprekken kon ik mijn eigen ervaringen en innerlijke groei inzetten om verbinding te maken. Ik leerde hoe belangrijk het is om niet alleen te adviseren, maar vooral te luisteren, naast iemand te staan en samen betekenis te zoeken. Ik voelde mij hierdoor meer dan ooit een 'normatieve professional'.
4. De leraar als cultuurdrager
Door mijn betrokkenheid bij culturele projecten, zoals de educatieve dagen voor alleenstaande Latijns-Amerikaanse moeders en het delen van mijn Colombiaanse achtergrond in muziek- en danslessen, ben ik me bewuster geworden van mijn rol als bruggenbouwer tussen culturen. Ik zie mijzelf nu als iemand die culturele diversiteit niet alleen erkent, maar ook actief inzet in het leerproces. Ik leer mijn studenten dat verschillen geen barrières zijn, maar bronnen van kracht en wijsheid.
5. De leraar als onderzoeker en reflectieve professional
De filosofische en spirituele component van de minor heeft mijn vermogen tot reflectie enorm verdiept. Door het schrijven van mijn portfolio, filosofisch essay en het uitwerken van mijn spirituele vraag, heb ik geleerd om kritische vragen te stellen aan mijn eigen handelen, overtuigingen en routines. Ik ben me meer bewust geworden van de 'waarom'-vragen achter mijn keuzes, en durf die vragen ook bespreekbaar te maken in mijn lessen en met collega's.
Conclusie
Deze minor heeft mijn professionele identiteit als leraar op een integrale manier versterkt. Ik voel mij nu bewuster, empathischer, creatiever en verantwoordelijker in elke rol die ik als docent vervul. Of ik nu begeleid, doceer, inspireer of verbind — ik doe het met meer diepgang, authenticiteit en betrokkenheid. De inzichten uit deze minor vormen voor mij een blijvend kompas in mijn pedagogisch en didactisch handelen.
Ik als professional
Versterking van mijn lerarenrollen door de minor Filosofie, Wereldreligies en Spiritualiteit
Tijdens deze minor heb ik mijn professionele identiteit op een integrale manier verdiept. De inzichten en ervaringen hebben mijn bekwaamheid versterkt op vakinhoudelijk, vakdidactisch én pedagogisch niveau. In dit hoofdstuk beschrijf ik hoe ik mij als professional heb ontwikkeld, ondersteund door drie concrete voorbeelden die mijn handelen illustreren volgens de STARR-methodiek.
Voorbeeld 1 – Begeleiding van student na blessure (Onderzoeksmatig handelen)
Situatie: Een internationale student, professioneel bokser, raakte zwaar geblesseerd en verloor zijn motivatie. Taak: Ik begeleidde hem tijdens een individueel gesprek, met als doel het hervinden van zingeving en perspectief. Actie: Ik deelde mijn persoonlijke ervaring met fysieke beperking en verlies van bewegingsvrijheid. Samen onderzochten we hoe zijn identiteit kon herijken zonder zijn sport. Ik adviseerde hem professionele begeleiding te zoeken. Resultaat: De student ontwikkelde een herstelplan en vond motivatie in nieuwe doelen. Hij bedankte mij voor het luisteren en de erkenning van zijn worsteling. Reflectie: Door mijn eigen ervaring als startpunt te nemen, kon ik hem beter begrijpen. Ik zag hoe mijn pedagogische en ethische vaardigheden samenkwamen in professionele begeleiding. Deze situatie liet mij ook kritisch reflecteren op het belang van persoonlijke nabijheid in professioneel handelen.
Bewijsstukken: Reflectieverslag begeleidingsgesprek, feedbacknotitie mentorgesprek, literatuur Schueller & Parks (2014).
Voorbeeld 2 – Educatieve dagen voor Latijns-Amerikaanse moeders (Systematisch handelen)
Situatie: In samenwerking met de gemeente Amsterdam organiseerde ik recreatieve en educatieve dagen voor alleenstaande moeders met een laag inkomen. Taak: Ik ontwikkelde een multidisciplinair programma op basis van inzichten uit de minor (filosofie, spiritualiteit, ethiek, psychologie). Actie: Ik voerde een sociaal-cultureel veldonderzoek uit, ontwierp het programma, begeleidde activiteiten en evalueerde het project met deelnemers en gemeente. Resultaat:Moeders voelden zich gezien, gesterkt en verbonden. Het project kreeg navolging en uitbreiding. Voor mij betekende dit een groei in mijn rol als bruggenbouwer tussen onderwijs, welzijn en samenleving. Reflectie: Ik ontdekte hoe mijn professionele kennis gecombineerd met persoonlijke motivatie leidt tot concrete maatschappelijke impact. Deze ervaring vergrootte mijn visie op onderwijs als middel tot empowerment.
Bewijsstukken: Projectplan, foto's, reflectieverslagen, evaluatieverslag, literatuur Tronto (2013).
Voorbeeld 3 – Reflectie op mijn spirituele vraag en balans (Eigen ontwikkeling)
Situatie: Tijdens de minor onderzocht ik mijn spirituele vraag: "Hoe laat mijn lichaam merken dat ik te veel geef en te weinig voor mezelf zorg — en luister ik daar echt naar?" Taak: Mijn doel was om mijn eigen signalen beter te leren verstaan en hierop in mijn professionele handelen te anticiperen. Actie: Door meditatie, dans, gesprekken, rituelen en het bezoek aan een hindoetempel reflecteerde ik op de balans tussen geven en ontvangen. Deze inzichten paste ik toe in mijn begeleiding van studenten én mijn eigen werkstructuur. Resultaat: Ik leerde om rustmomenten bewust in te bouwen, grenzen aan te geven, en ruimte te geven aan intuïtie. In mijn rol als docent leidde dit tot meer geduld, empathie en afstemming met studenten. Reflectie: Deze zoektocht liet mij ervaren dat zelfzorg een professionele noodzaak is. Het verhoogde mijn effectiviteit én welzijn als docent.
Bewijsstukken: TSV, logboeknotities, e-mailuitnodiging hindoetempel, reflecties.
Conclusie
De minor heeft mij gevormd tot een meer bewuste, integere en betrokken professional. Ik zie mezelf nu niet alleen als vakdocent, maar ook als pedagoog, begeleider, cultuurdrager en onderzoekende professional. Mijn handelen is doelmatiger, beter onderbouwd, en meer afgestemd op de mensen met wie ik werk. Door de combinatie van persoonlijke reflectie, maatschappelijke betrokkenheid en academische verdieping, sta ik steviger én menselijker in mijn beroep.